Ik ben gezegend met zo’n vriend.
Onlangs dwaalden mijn gedachten naar hem af en kwam de associatie van een goudgeel korenveld bij me op. Ik besefte, dat je ook als mens net als graan de bereidheid moet hebben om vermalen te worden, los te raken van uiterlijke schoonheid om aldus tot waarachtige transformatie te komen. Vermalen en verpulverd, vermengd met de rest en dan geduld betrachten om het gistingsproces te laten plaatsvinden, waardoor alle deeltjes gezamenlijk kunnen rijzen om gelouterd door het vuur tot basisvoeding te worden. Velen blijven hangen in de bekoring van de graanvelden. Want wie kent niet de betovering van wuivend koren in de zon? Als dat het geval is, zal het oogstseizoen voorbij gaan, de halmen zullen knakken en terugkeren naar de aarde om te wachten op het ontkiemen bij een volgende lente. De nieuwe aar zal het dan misschien wel aandurven om door elkaar geschud te worden en het kaf van het koren te laten scheiden. Een prachtige graankorrel blijft over, maar ook daar moet aan gewerkt worden. Hij moet worden geplet, verpulverd en dan worden vermengd met water en desem .Vervolgens breekt de tijd aan van rijzen. Helemaal zacht en luchtig worden, afgedekt in stilte, want een harde klap kan alles ineen doen zakken. Als het proces niet wordt verstoord en het deeg zich daarna laat kneden, dan mag het in een nieuwe steviger vorm, maar nog steeds zacht, de oven in om eruit te komen met als doel de ander tot voeding te zijn. Hoeveel stadia zijn er niet in ons eigen leven, dat we de neiging hebben om te blijven hangen in aanbidding van de vorm of dat we vrees hebben voor de pijn van de volgende fase? Toch is alles nodig om de cyclus rond te maken en volledig op te gaan…. Pas als je zelf alle stadia hebt doorleefd, kun je anderen waarlijk begrijpen vanuit compassie en kun je bemoediging uitstralen door zelf voorbeeld en voeding te zijn. Christus zei: “Ik ben het brood” en daarmee bracht hij zoveel tot uitdrukking. In elk stadium zit het hele proces verborgen. Elk proces en dus ook elk stadium is van betekenis. Als je zo kunt zien, valt elk oordeel weg. De gelouterde mens is als een geplette graankorrel, die zelf door het vuur is gegaan om te kunnen rijzen, te klimmen om al het overtollige los te laten, om in samenhang en eenheid niets liever te willen dan zichzelf te geven vanuit een innerlijke drang, die liefde heet. Wij mensen zijn reizigers in de tijd. Het kaf van het koren scheiden, is gelijk de uittocht uit Egypte: loskomen van het ego. Weg van het geordende en veilige, bekende leven. Niet luisteren naar de mores van je omgeving, de politiek, het comfortabele leven, maar naakt zonder bescherming durven zijn. Je niet meer verschuilen achter een façade, een masker, een manier van doen, maar in de storm jezelf zijn. Zichtbaar. En dan toch blijven lopen, bewegen, al weet je niet waarheen, want het loslaten vergt tijd en doorzettingsvermogen. Daarom gaat het niet zomaar ineens. Het terugverlangen is als een verslaving, omdat het veilig leek. Vertrouwd, bekend, zeker. De neiging om terug te keren is als de korenaar die knakt, zonder gedorst te worden, opgaand in de cyclus van leven en sterven. Misschien zou je het zelfs kunnen vergelijken met het verhaal van Jozef en de droom over de buigende korenschoven. Zijn vader en broers bogen voor hem, terwijl hij rechtop bleef staan. Zij bleven hangen in oude patronen, maar Jozef niet. Vervolgens kreeg hij iedereen over zich heen. Het leven geselde hem en toch bleef hij zichzelf trouw; hij werd gepokt en gemazeld gedurende zijn reis. Maar hij bleef luisteren naar dat wat van Boven komt met alle risico’s van dien. Zo bereikte hij de hoogste status en kon zich verenigen met zijn broers en vader. Een gelouterd mens, die zelfs letterlijk in voeding kon voorzien. Geschreven door: Mabel de Graaf-van Osnabrugge
0 Comments
|
Centrum de Poort
Archieven
Mei 2022
Categorieën
Alles
|